maatregelen in de landbouw.

er is duurzame landbouw. dat houd in:

• er wordt voldoende voedsel geproduceerd zodat boeren er een gunstige prijs mee verdienen;
• er wordt zodanig geproduceerd dat welzijn en sociale condities voor de betrokkenen wereldwijd gunstig zijn, en daarbij gaat het bijvoorbeeld om werkgelegenheid, lonen, prijzen en voedselveiligheid;
• er wordt zodanig geproduceerd dat er geen negatieve gevolgen zijn voor het milieu en dat de uitstoot van schadelijke stoffen tot het uiterste beperkt wordt.
• de zorg voor het landschap vanzelfsprekend is.
• het gebruik van water, energie en grondstoffen zodanig is georganiseerd dat er geen tekorten optreden, bijvoorbeeld door water te zuiveren, zelf energie op te wekken en op streekniveau naar een kringloop van voedingstoffen te streven.

 

Mest en mineralen, zoals fosfaat, nitraat en ammoniak, zijn nodig om gewassen te laten groeien. Gebruik van te veel dierlijke mest en kunstmest leidt echter tot vervuiling van bodem, water en lucht en tast de  natuur aan. Een ander gevolg is dat het grondwater verontreinigd raakt met nitraat. Door inkrimping van de veestapel zijn de afgelopen jaren de nitraatconcentraties gedaald en is ook het mestoverschot gehalveerd.

In de duurzame landbouw proberen ze zo min mogelijk van deze schadelijke stoffen te gebruiken. Boeren die met de natuur samen- in plaats van tegenwerken, door bijvoorbeeld geen of veel minder gif te gebruiken, en door verschillende gewassen te telen. Op die manier hebben ze minder last van insecten die hun oogst aanvreten. Door de natuur een plek te geven, helpen vogels en insecten de boer een handje door bijvoorbeeld bladluizen op te eten.

Slimmer beheer van de akkers zorgt ervoor dat de bodem beter tegen een stootje kan. Sterkere gewassen die door slimme gentechvrije 'bloementjes en bijtjes verdeling' zijn gemaakt en op die manier bestendig zijn tegen droogte, schimmels, of andere ziektes kunnen de boer helpen onafhankelijk te worden van chemie. 

door overbemesting bevuilt het grondwater, groeien sloten dicht, en zorgt voor zure regen. om dat tegen te gaan zijn er 4 maatregelen:

1. boeren moeten hun mest injecteren

2. van september tot januari mag er geen mest worden verspreid

3. boeren moeten bijhouden hoeveel mineralen ze in de grond stoppen

4. mest moet worden opgeslagen in dichte silo's

ook het welzijn van dieren lijd onder onze hebzucht. kippen leven op een klein oppervlak omdat boeren dan meer kippen kunnen houden. scharreldieren zijn daar de oplossing van.